NOW-Steun kan leiden tot goedkopere uitzendkrachten

In een recent gepubliceerde uitspraak heeft de Kort Geding rechter in Arnhem geoordeeld dat een lagere uitzendfactuur bij NOW-steun onder omstandigheden mogelijk is. Deze uitspraak kan verregaande consequenties hebben voor uitzend- en payrollbedrijven.

Waar gaat de zaak om?

Een payrollbedrijf (hierna: Payroll BV) heeft eind juli 2020 een kort geding aangespannen tegen een van haar Opdrachtgevers (hierna: Inlener BV). Inlener BV diende namelijk nog 60% van de openstaande facturen te betalen aan Payroll BV.

Inlener BV had uitzendkrachten uit het netwerk van een tussenpersoon te werk gesteld, die vervolgens betaald werden door Payroll BV.

Bij aanvang van de coronacrisis is tussen partijen gesproken over het aanvragen van de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: NOW-regeling) door Payroll BV. Inlener BV kan immers zelf geen beroep doen op de NOW-regeling voor de bij haar tewerkgestelde uitzendkrachten, omdat de uitzendkrachten weliswaar bij inlener BV werken maar niet door haar worden verloond.

Payroll BV heeft de NOW-regeling aangevraagd. Inlener BV heeft de uitzendkrachten aan het werk gehouden en de uitzendovereenkomst niet opgezegd. Inlener BV wenst echter wel naar aanleiding hiervan afspraken te maken over welke betalingen zij dient te voldoen aan Payroll BV. Inlener BV is van mening dat zij door de NOW-steun niet de volledige facturen hoeft te betalen, omdat Payroll BV anders twee keer wordt betaald.

Partijen kom niet tot een regeling en Inlener BV stapt per 1 mei 2020 via hun tussenpersoon over op een ander payrollbedrijf en maakt met hen de afspraak dat Inlener BV maar 20% van de loonkosten dient te vergoeden.  Daarom voelt Inlener BV zich gesterkt in haar mening dat zij de resterende 60% van de openstaande facturen van Payroll BV niet hoeft te voldoen. Payroll BV start vervolgens een spoedprocedure voor de betaling van de openstaande facturen over de periode februari tot mei 2020.

Wat beslist de rechter?

Aangezien vast is komen te staan dat Payroll BV de NOW-steun krijgt toegekend, acht de rechter het niet redelijk dat Inlener BV 100% van de loonkosten moet voldoen, als Payroll BV reeds voor 80% daarvan tegemoet wordt gekomen door de overheid. Dat lijkt volgens de rechter niet te stroken met de intenties van de overheid, namelijk het behoud van werkgelegenheid.

Ook overweegt de rechter dat Inlener BV herhaaldelijk heeft verzocht om overleg en een oplossing. In afwachting hiervan heeft Inlener BV de uitzendovereenkomst niet opgezegd, hoewel zij dat wel kon, en daardoor heeft Inlener BV kosten gemaakt die zij anders had kunnen voorkomen. Dat deze kosten volledig voor rekening van Inlener BV dienen te komen valt naar het oordeel van de rechter dan ook niet zonder meer in te zien.

Wat zijn de gevolgen van deze uitspraak?

Dat is nog niet duidelijk. Payroll BV legt zich niet neer bij deze uitspraak en start een bodemprocedure. Het gaat waarschijnlijk meer dan 6 maanden duren voordat de uitkomst daarvan bekend is.

Een kritische houding ten opzichte van deze uitspraak lijkt verstandig. Onder meer omdat de rechter mogelijk geen rekening heeft gehouden met het feit dat de NOW-steun slechts een voorschot betreft en er nog een kans bestaat op een (gedeeltelijke) terugbetalingsverplichting voor Payroll BV.

Van belang is dat de rechter in haar beslissing veel gewicht toekent aan het maken van onderlinge afspraken tussen de inleners en de uitzend- en payrollbedrijven. Door onderling heldere afspraken te maken en die goed vast te legen is het mogelijk om dit soort problemen te voorkomen.

Mocht je vragen hebben over de NOW-regeling en het maken en het vastleggen van onderlinge afspraken, dan helpen wij je uiteraard graag verder.

Mw. Mr. C. (Carmen) Tempelaars, advocaat LGL legal